Grammaticale functie

§3. Onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
In de inleiding hebben we het gehad over de semantische functie. Die semantische functie kan ons helpen bij het benoemen van de grammaticale relaties onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.

Aan de hand van het werkwoord ‘geven’ zullen we zien dat in actieve zinnen het zinsdeel dat de rol van ‘iemand die geeft’ vervult, de grammaticale relatie van onderwerp aangaat. Het zinsdeel dat de rol van ‘iets dat gegeven wordt’ vervult, de relatie van lijdend voorwerp en het zinsdeel dat de rol van ‘iemand aan wie gegeven wordt’ vervult, de relatie van meewerkend voorwerp.

In passieve zinnen ontbreekt de rol van ‘iemand die geeft’ of staat deze in een door-bepaling en het zinsdeel dat de rol van ‘iets dat gegeven wordt’ vervult, gaat de grammaticale relatie van onderwerp aan. Wat wel hetzelfde blijft, is de grammaticale relatie van het zinsdeel dat de rol van ‘iemand aan wie gegeven wordt’ vervult. Dit zinsdeel gaat namelijk ook in een passieve variant de relatie aan van meewerkend voorwerp.

Let’s Clap!

Animatie 3
Bekijk hieronder animatie 3. Onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp en maak aantekeningen in je schrift.


Vraag 1 t/m 8 (duo’s)

De vragen hieronder maak je samen met je buurman of buurvrouw. Ook deze vragen gaan over animatie 3. Kies jij voor ‘leerling A’, laat dan je buurman/-vrouw kiezen voor ‘leerling B’. Jullie maken nu elk drie vragen en helpen elkaar. Als jullie klaar zijn, verzend je de antwoorden en kun je deze nakijken met behulp van een antwoordenblad dat je bij je docent kunt ophalen. Werk je liever alleen of haal je deze les in (omdat je bijvoorbeeld ziek bent geweest) kies dan voor ‘leerling C’. Succes!

Vraag 1 t/m 7 (individueel)

De vragen hieronder gaan over animatie 3. Je maakt ze individueel om te checken of je de theorie goed begrepen hebt. Als je klaar bent, verzend je je antwoorden en worden ze meteen (automatisch) nagekeken. Bij elke vraag zie je feedback staan. Neem die goed door voordat je verder gaat. Zo weet je precies welke onderdelen je al beheerst en welke onderdelen nog wat extra aandacht verdienen.

Gelukt? Ga dan verder met vraag 1 t/m 8 in duo’s hiernaast.